Rustdag

Onze reisleider heeft voor vandaag een rustdag aan gekondigd. Iedereen is even met zijn eigen dingen bezig. De een belt naar huis en de ander is met de was bezig. Ondertussen genieten we van het prachtige uitzicht. Zelf heb ik er even aan gedacht om met de groep mee te gaan die zich gaat douchen. Op deze camping is daar een prachtige gelegenheid voor maar toch heb ik maar besloten om een schoon t-shirt aan te trekken. Als ik nog broodjes wil hebben moet ik opschieten. Op naar het dorp, op naar de bakker. Na tien minuten tegenwindroute kan ik me aansluiten bij de Duitser voor de bakkerswinkel en kan ik met drie Brötchen en twee croissants weer naar de caravan. Op mijn horloge had ik ezieen dat de kans aanwezig was dat de brötchen op waren.  Daarom in de rij maar gedaan alsof ik een Duitser was:” Die Frechheit. Ungehórt, Glaubt man doch nicht” en ondertussen druk bewegen en weer een plaatsje illegaal opschuiven. Nu had ik tenminste nog drie brötchen. De Duitser die na mij kwam hoorde ik mijn woorden gebruiken. Tja de laatste brötchen had ik in de fietstas. Terug bij de caravan had mijn vrouw, die net terug was met de douchegroep (zij wel, altijd al een schone meid geweest) de koffie nog niet klaar wat mij de gelegenheid gaf om een eitje te koken. T is even werken maar dan zit je ook voor de caravan in het zonnetje te genieten van je ontbijtje met natuurlijk de broodnodige medicijnen,  noodzakelijk om de welvaartsziekten onder de duim te houden. Eén van de vermaken op de camping is kijken naar andere gasten. Een stel met kleine kinderen die het opvoeden uit had besteed aan de opvang moet nu  zelf aan de slag. Als hij het echt zat is haalt hij zijn dochter van nog geen jaar naar de kinderstoel bij de tent met als resultaat een doordringend gegil waar de moeder dan weer op reageert. Mopperend worden de rollen  in de quality time verdeeld wat resulteert in een over het veld kruipende Melanie. Afgekort heet ze Mel, dat schreeuwt lekkerder. Pa zit allang weer achter de krant, moe ruimt de tent op en ik wacht tot Mel onder onze caravan vandaan komt.  Een tweede dochter van ongeveer vijf vindt het tijd voor een ijsje. Moeder laat merken dat ’s morgens om negen uur het geen tijd is voor ijsjes en vader geeft een euro. Naast die tent staat een grote caravan. Voortent, luifel, partytent met barbecue. Twee dure campingstoelen staan voor de ingang van het hoofdgebouw. In d ene stoel ligt een vrouw van ongeveer zestig jaar mooi te zijn. Het lijkt alsof ze net van de kapper komt. Haar zonnebril zit overbodig in haar kapsel gestoken. Twee rode plastic oorknoppen en bijpassende nagels maken alles ordinair, maar dat is mijn mening. Hij leest de krant en geeft af en toe commentaar. Misschien vraagt hij ook wel eens om een vertaling want het is een Duits sensatieblad. Telegraaf was zeker uitverkocht. Om tien uur komt er beweging. Er moet worden gefietst. Zullen we gaan mop? Twee gelijke fietsen,  wel in een m/v variant,  worden tevoorschijn gehaald. Het duurt nog een klein half uur voor ze kunnen gaan. Vier a vijf keer gaat de caravan op slot gevolgd door :”O wacht even.” De camping loopt leeg en wij hebben een rustdag. Morgen doen ook wij weer mee aan de zeeuwse tegenwind tour, samen met gehelmde Duitsers, aarzelende zestigplussers en slingerende kleine kinderen geëscorteerd door een rood aangelopen bakfietsmoeder.

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *