Fietsen

SAMSUNG CSC

De auto staat schijnbaar vergeten op de parkeerplaats van de camping. In de vakantie hoor je nu eenmaal  te fietsen. Het weer nodigt uit om met de banden vol wind op onderzoek uit te gaan. Nadat we de knooppunten hebben ingevuld vertrekken we.  Op de velden wordt druk gewerkt en we genieten van de geur van vers gras. Veel kunnen we niet naast elkaar fietsen vanwege de tegenliggers die vreemd genoeg, met het zelfde doel, de andere kant op gaan. Als we een viaduct af rijden fiets een wat oudere man ons zwetend tegemoet. Op zijn polo met grote letters  “Athletic team Chicago’ dus ik heb geen medelijden. Over de velden en achter de bomenrijen komt het eerste doel in zicht. De kerktoren van een slaperig dorpje dat vandaag de toeristen gaat vermaken met het beproefde recept: braderie, rommelmarkt en springkussen. Natuurlijk wil ik weten wat ik zou gemist hebben als ik doorrij. Langzaam rijden we het dorp in. Dit is het gevaarlijkste moment van de fietstocht. Groepen fietsers zig zaggen over de straat opzoek naar een plekje voor hun fiets. Als ze die gevonden hebben blijkt hun ega vaak een beter plekje  gevonden, oversteken dus. Duidelijk is wel dat zijn fiets naast haar fiets moet staan. Een straat ertussen kan voor de relatie blijkbaar funest zijn. We schuifelen langs de kraampjes en zien het goedkope speelgoed uit China, veel aardewerk, snoepgoed en eigengemaakte jam. Ik blijf zoeken naar iets waarvan ik niet wist dat ik het nodig had. Mijn vrouw houdt me angstvallig in de gaten en schudt al nee als ik haar alleen maar even aankijk. De geur van hamburgers, oliebollen en patat helpen om me weer op de fiets te krijgen. Verder naar het volgende evenement. Op naar de volgende markt en daarvoor gaan we met een veerboot. Voetgangers en fietsers worden op hun plek gezet door de veerman en daar zitten we dan. Een Duitse moeder doet het allemaal nog eens dunnetjes over en staat onder aan een trap en geeft ieder lid van het gezin een tikje tegen de arm en zegt: ”Hoog!” Ook oma moet hoog. Naast mij zit een Duitse dame te bellen en vertelt dat ze op een Veere nach Veere zit. Het komt niet over concludeer ik uit het feit dat ze steeds harder gaat praten. In Veere doen ze mee met het vermaken van de toeristen. Ook hier is er de braderie met rommelmarkt. Als aanvulling mag men hier Zeeuwen in klederdracht fotograferen tegen een kleine vergoeding. We zetten onze fiets op een parkeerplaats en ik blijf een poosje naar een verkeersregelaar staan kijken die positie heeft gekozen voor een brug. Niemand met fiets of auto komt er langs. Mopperen is het gevolg, die Frechheit, ungehört!  Even verder vraagt de zanger  van een straatorkest aan een toerist om niet weer langs te lopen. “Weet U wel hoe moeilijk het is om te zingen en je lachen in te houden tegelijk?” In een kraam kijk ik naar oud bestek dat verbogen en verknipt opeens sieraad moet zijn. We schuifelen verder in de richting van de enorme kerk. Een klein gedeelte is te bezichtigen maar is nog steeds imposant. Hier verkopen ze Lutherbier. Waarschijnlijk is de overeenkomst met het bier van 1517 dat het ook niet gekoeld is. De prijs, 3,50 per flesje, zorgt er voor dat ik er alleen een foto van maak. Niet alleen de Zeeuwen zijn zuinig.  We fietsen de stad uit en gaan over landweggetjes naar het volgende kerkje. De geur van uien wordt plotseling overmeestert door een wolk  goedkope parfum. Een kleinere dame zit rechtop en trapt driftig haar fiets voort. De bloemetjesjurk fladdert om haar benen. Haar grote bos geblondeerd haar zal de veroorzaker zijn van de adembenemende lucht. Achter haar fietst  een kleine man die laat merken dat hij er moeite mee heeft om de kar met hond te trekken. Ik heb acuut medelijden met hem. Hij moet de hele dag in die geur zitten. Als we bij de volgende  kerk aankomen staan daar de grote zware paarden klaar voor het ringsteken. Ze staan vast aan een touw en happen in het hooi. Het doet me denken aan een suikerspin, veel lucht maar wel lekker. De ruiters zitten aan de patat. Het is duidelijk pauze. Klokslag één uur beginnen ze met de wedstrijd. Op on-gezadelde werkpaarden, proberen de ruiters een ring aan een  soort papierprikker te rijgen. De hoeven dreunen, de paarden snuiven. Naast mij begint een meisje te zingen: “Zachtjes gaan de paardenvoetjes…” Ik vul aan met :”Trippel trappel trippel trap.” Het is opvallend rustig en er is weinig commercie. Geen kraampjes met vlaggetjes, Zeeuwse babbelaars, ijs of een verloting ten behoeve van het gepensioneerde Zeeuwse werkpaard.  We eten nog wat pruimen en gaan dan weer verder. Als we de kust naderen zien we steeds meer fietsers met enorme opblaasbeesten. Krokodillen, zwanen en hier en daar een schildpad gaan in de richting van het strand. Mama heeft het soms moeilijk als zo’n beest opeens wind vangt en de kleuter een gilletje geeft. En ik maar denken dat die dingen juist gemaakt waren om ze makkelijk te vervoeren en dan op de plaats van bestemming konden worden opgeblazen. Een groepje jongens loopt lachend en roepend voor ons uit. Een luidspreker versterkt de speellijst van een telefoon en lawaait iets wat op muziek lijkt. Op  het strand spelen  kinderen,  liggen zonaanbidders, zitten senioren  en vermaken jonge ouders zich met hun peuters op de vloedlijn.  We blijven maar even maar hebben in elk geval de zee weer gezien. Weer op de fiets, mijn knieën laten weten dat het zo wel weer kan evenals mijn zitvlak. De kerken die we tegenkomen zijn voor ons rustplaatsen waar we even afstappen en gaan zitten. Een groep fietsers trekt  langs, de voorste roept :”Rechts”. Het blijken  Belgen  te zijn. De laatste ziet me kijken en zegt: ”Hij is van het Vlaams blok!” Terug op de camping neem ik mijn koude biertje en kijk naar de overbuurman. Hij is druk bezig zijn voortent van de caravan te halen en de luifel er voor in de plaats te zetten. “Het gaat regenen” zegt hij, “en dan heb  Ik mijn voortent liever droog.”

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *