Aangerand

Het is even na vier uur als het lawaai steeds dichterbij komt. Roepen, huilen, verontwaardiging het is er allemaal. Afwachten maar, ze weten kennelijk de weg. Een groep meisjes met een slachtoffer in het midden dringt mijn kamer binnen. Vanuit mijn bureaustoel bekijk ik het en concludeer: dit is erg, dit verdient aandacht. Het slachtoffer is Tineke uit 2Z. Een beetje vroeg volwassen meisje, goed gevormd maar niet door haar omgeving. Daar staat ze, tranen in de ogen, een wijdopen mond met veel ijzerwaar van de orthodontist. Er klinken snikkende geluiden. Dit is erg, dat is duidelijk. Haar vriendinnen kijken mij aan en proberen mij met hun ogen te dwingen om iets te doen. Het is net alsof die ogen zeggen:” en denk er om dat je dit serieus oppakt meneer de adjunct directeur!”  “Ga eerst maar eens even zitten.” zg ik. Die zin helpt vaak om de situatie de baas te worden. Tineke gaat zitten. Ze laat haar hoofd op een arm zakken die ze net op tijd op de leuning heeft gelegd. Haar vriendinnen binnen handbereik.  “Vertel, wat is er gebeurd?”. En dan knalt de grote aanklacht de kamer in. “Ik ben aangerand”. Het is stil op het zachte snikken van Tineke na. De meisjes die zijn gebleven om Tineke moreel en fysiek te ondersteunen kijken alle vijf beschuldigd naar mij.  Ik moet wat doen, dat is duidelijk. Is de leerlingbegeleidster in de buurt? Nee, vergadering, zoals zo vaak. Vertrouwenspersoon? vrouwelijke collega?  Ik moet wat doen. Ik moet dit serieus nemen, ik moet veiligheid bieden. Ook de hofdames die haar ondersteunen moeten een goede indruk krijgen. “Wie is de dader?” Als uit een mond klinkt :”JARIK!” “Waar is het gebeurd?” vraag ik. “In het fietsenhok”. Nu is het ook voor mij duidelijk. Tineke is aangerand door Jarik en ik moet actie ondernemen. Als een éénmans arrestatieteam ren ik naar het fietsenhok en zie de opzichtige jas van Jarik. Hij is er nog. Jarik schrikt als hij merkt wat het is om bij de kladden te worden gegrepen. “Mee jij, en laat je fiets maar even staan.” Zo die is geschrokken. Ik breng hem naar een kamertje en vertel hem van de ernstige beschuldiging. Jarik huilt. Ik heb geen medelijden. Je hebt met je handen van iemand af te blijven, laat dat eens en voor altijd duidelijk zijn.  Ik vertel hem over schorsen, ouders inlichten, politie enz. Jarik mompelt al snotterend  iets. Zonder medelijden bijt ik hem toe: “Wat zeg je?” En dan hoor ik al stotterend: “ Maar in de vakantie, op de camping, bij het zwembad mocht het wel en vond ze het spannend en leuk. Waarom nu dan niet? “ Ik ben stil. Hier had ik geen rekening mee gehouden. Voor mij is het nu belangrijk om een stoel te vinden en even te gaan zitten. Wat is wijsheid.

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *