Een tweede kans

“Karin verdient een tweede kans!” Het kwam er wat staccato uit maar dat maakte ook weer duidelijker wat het doel van haar bezoek was. De voogd van Karin zat voor me en probeerde met heel veel woorden mij duidelijk te maken dat Karin niet meer die Karin was die wij hadden afgewezen. Te zware problematiek hadden we gezegd, nee paste niet bij ons op de afdeling. We zijn een VMBO school en proberen alle kinderen een goede opleiding te geven maar Karin paste daar niet tussen. Niemand zet een vos in het kippenhok, had de leerlingbegeleidster nog gezegd. Het statement van de voogd was een soort samenvatting van haar kant. Ik bewonderde haar strijdlust, het opkomen voor haar Karin. Nogmaals vertelde ik de voogd dat de problematiek van Karin te zwaar was. Borderline stond in haar dossier en dat is niet niks. De voogd was het er niet mee eens en zat nu uitgebreid voorbeelden op te noemen waaruit moest blijken dat alles best te hanteren was. In het tehuis waarin ze nu zat ging het best goed. Ze leerde haar emotionele uitbarstingen onder controle te krijgen en had zelfs al een paar maand een vriendin. Natuurlijk moest ze duidelijkheid hebben en weten waar ze aan toe was maar wie niet? Langzaam maar zeker kreeg ik steeds meer het gevoel dat we het toch nog maar eens moesten proberen. Iedereen verdient toch een tweede kans. Voor dat argument ben ik wel gevoelig. Zelf had ik die tweede kans ook vaak gekregen. De twijfel werd bij mij steeds groter en resulteerde in de vraag: Zal ik het dan toch aan het team voorleggen met een positief advies? Als ik er nu eens bij zeg dat Anja de orthopedagoog tegen is? Anja was duidelijk geweest maar toch knaagde het. Kunnen we haar echt niet hanteren, kan de klas haar echt niet aan? Iedereen verdient toch een tweede kans? Wij staan toch voor een heet vuur, elke dag weer, we kunnen toch tegen een stootje? Als je niet tegen de hitte kunt moet je geen smid worden. Wij kunnen met liefde en warmte toch veel bereiken? Als we haar nu eens voorwaardelijk plaatsten.

In de teamvergadering heb ik Karin aan het team voorgestelt. Dochter van een drugsverslaafde moeder,door de kinderbescherming uit het kraakpand gehaald, ‘opgevoed’ in vier verschillende pleeggezinnen, woont nu alweer drie jaar in een tehuis. Een jonge vrouw met ervaring op heel veel terreinen maar o zo kwetsbaar. Ze verdient een twee kans, toch? De vragen zijn niet van de lucht. Waarom is ze in vier gezinnen geweest, is ze onhandelbaar? Welke aspecten van borderline zijn bij haar vooral aanwezig? Rustig vertel ik dat haar woede uitbarstingen steeds zeldzamer zijn, ze zichzelf niet meer snijdt, haar zelfbeeld negatief is, ze nog wel gauw zwart/wit denkt en dat allemaal op een zodanige manier dat we er vast wel mee om kunnen gaan. Het is stil in de groep. Anja zit afwachtend naar me te kijken. Van haar gezicht kan ik lezen:”Zelf weten, jij bent de baas, maar ik vind het stom.”Aarzelend stemt de groep in met het voorstel. We gaan het proberen. Karin krijgt haar tweede kans. Na de vergadering blijven ze langer napraten dan gewoon.

Op dinsdag morgen wordt Karin door haar voogd gebracht. We wachten haar op met gepast ceremonie. In mijn kamer staat het ontvangstcomité bestaande uit mentor leerlingbegeleidster en ik. Aan Brenda heb ik gevraagd om haar mentor te willen zijn. Ze lijkt streng, is duidelijk, en heeft een hart van goud. Moet goed gaan. Nathalie, de leerlingbegeleidster mag het woord doen. De voogd brengt een jonge vrouw binnen, knalrode lippenstift, zwart geverfd haar, te klein t-shirt en een broek waar je de string doorheen kunt zien. Waarschijnlijk heb ik met de mond open gestaan want er verscheen een glimlach op het gezicht van Brenda toen ik na een poosje naar haar keek. Nathalie stelt zich voor en begint te vertellen waar Karin terecht is gekomen. Ze vertelt over de school, de klas, de begeleiding en de regels. Brenda laat direct merken hoe zij over hun relatie denkt en zegt:”Het is de bedoeling dat je elke morgen voor schooltijd bij mij komt om de dag door te spreken. Kunnen we het gelijk over je kleding en zo hebben want zoals je er nu bij loopt daar kunnen de jongens hier niet tegen.” Ze kijkt me even aan en glimlacht op zo’n manier dat ik weet, dit zit wel goed. Karin wordt naar de klas gebracht en aan de klas voorgesteld. Het is muisstil als Karin op een stoel plaats neemt. De meeste leerlingen gaan zitten en pakken hun spullen voor zich. Karin neemt plaats. Aan het eind van de dag vraag ik Brenda en Nathalie hoe het is gegaan. We concludeerden: redelijk goed. Eénmaal hou je bek, drie keer roepen in de klas en één keer even apart gezet. De gesprekken tussen de lessen door met Brenda waren goed, kort en duidelijk geweest. Afwachten dus.
De volgende dag ziet Karin er wat meer aangepast uit. De make-up is nog steeds duidelijk zichtbaar, de string niet meer. Als je de schreeuwerige tekst op haar T-shirt over het hoofd ziet kan het er mee door. Tijdens de les gaat Karin de machtsstrijd aan met de docent. Die met haar medeleerlingen had ze allang gewonnen. In één dag had ze dat bereikt. Een paar opmerkingen hier, een scheldwoord daar en het laten zien van een foto van een jongen met een hanenkam hadden daarvoor gezorgd. “Kijk mijn vriend!”had ze gezegd tegen een paar klasgenootjes. Het antwoord was een eerbiedige, schichtige blik. Ze heeft een vriend. Met hanenkam. Stoer.

Op de derde dag gaat het mis. Een leraar wil dat ze stopt met het zeggen van :”Hou je bek!” Dat is volgens mij niet onredelijk. In de ogen en oren van Karin wel. Ze windt zich op en besluit de klas te verlaten. De bank wiebelt, de stoel valt, de deur klapt dicht. Op de gang kom ik haar tegen en ik nodig haar uit om even op mijn kamer te komen praten. Mijn verhaal over schoolregels en omgangsvormen lijkt niet helemaal over te komen maar ze geeft toe dat ze fout zit. Voor haar is en blijft het duidelijk: in een les waar je niet meer mag zeggen wat je wilt kun je niet meer zijn die je bent. Misschien voor mij wat cryptisch, voor haar heel logisch. Ze mag op mijn kamer blijven zitten wachten tot de volgende les. Nog een kwartiertje. Daar zit ze dan. Ik zie een jonge vrouw, zwaar opgemaakt met oogschaduw en eye-liner. Haar lippen zijn minder mishandeld, waarschijnlijk op ‘verzoek’ van Brenda. Een schreeuwerig t-shirt en een strakke spijkerbroek. Aan haar voet wipt een sandaal heen en weer. Ze is weer rustig maar net als bij een vulkaan, weet je maar nooit. Haar hoofd iets gebogen, friemelt ze aan haar tas op haar schoot. Ze lijkt naar een sigaret te verlangen. Opeens schiet ze overeind en zegt: “Ik heb pauze”.
Rustig geef ik aan dat ze moet gaan zitten en dat ik met haar over tien minuten naar de volgende les ga. “Nee, het is twaalf uur ik heb pauze!” schreeuwt ze. Nogmaals geef ik aan dat ze moet gaan zitten. Ze loopt in de richting van de deur. ”Als je nu kiest om te gaan dan kun je doorlopen naar huis!”: geef ik streng en duidelijk aan. “Teringlijer” is haar antwoord in de deuropening en vertrekt. Op de trap haal ik haar in. ’Naar huis en niet weer terug komen!” Kinderen kijken mij aan en zijn geschrokken, verbaaasd. Karin niet. Nogmaals ben ik een teringlijer. Terug op mijn kamer zie ik haar over het schoolplein lopen naar de weg. Ik voel me machteloos. Kan Brenda nog iets doen? Nathalie misschien? Ondertussen is het voor mij duidelijk. Haar tweede kans is voorbij.

Aan het eind van de dag ben ik samen met Brenda gaan praten met de klas. Ik heb hen uitgelegd dat Karin niet weer terug komt, dat ze niet in de klas past, dat we niet voor haar de juiste school zijn. De klas is angstig en opgelucht. Het duurt maar even en de angst krijgt woorden. Ze heeft ons adres, ze heeft een enge vriend, ze kan ons opwachten in het tunneltje, komt ze echt niet terug? Nee ze komt echt niet terug. Aan Brenda laat ik het over om weer rust in de klas te brengen. Zelf neem ik even een kop koffie.

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *