Vergadering

Het lokaal stroomt langzaam maar zeker vol. Dit keer niet met leerlingen maar met docenten. Van voor de klas kijk ik naar de binnenkomende collega’s. Jeanette die met een koffiebeker in haar mond, een mobile telefoon in haar ene,  en een artistieke tas in haar andere hand de deur open en achter zich dicht doet , vlak voor Simon die net een boterham zijn mond in schuift. Het is vijf over drie en ik wil graag beginnen met het team overleg. In U vorm zitten ze alles behalve afwachtend klaar voor mijn stereotiepe startzin :”Collega’s…. laten we beginnen.” Joke zit nog werk na te kijken, Henk leest de agenda door, Wim en Aleida wisselen snoep uit en hebben het samen heel goed zo te zien. Achterin wordt de krant nog gelezen en zit Jaap nog een paar schetsjes te maken terwijl hij zijn collega’s observeert. Een pracht team met veel ambitie en creativiteit. Ook deze vergadering zal wel weer anders verlopen dan dat ik verwacht. Ik loop naar de deur en kijk even de gang in: ”Is iedereen er?” “”Clary heeft ouders”: roept Sandra.  Daar is weer het gevoel van irritatie bij mij. Deze vergadering is belangrijk en al lang geleden gepland. Waarom vindt Clary dan van niet en plant ze een oudergesprek? Nou vooruit, ze hebben het ook druk, denk ik dan maar. “Collega’s laten we beginnen.” Hier en daar kijkt men mij aan. Anderen gaan door met waar ze mee bezig waren  en denken dat ze twee, soms zelfs drie dingen tegelijk kunnen. Om toch iedereen bij de vergadering te betrekken begin ik een rondje wel en wee. Iedereen krijgt de gelegenheid om positieve en negatieve zaken te noemen die hij of zij de afgelopen week heeft meegemaakt. Een oudergesprek waarin een compliment voor de afdeling is gegeven, een leerling met een slimme opmerking, de wens om een paar gehoorbeschermers te mogen aanschaffen waarmee een paar leerlingen zich dan beter kunnen concentreren en ga zo maar door. Ook zijn er natuurlijk klachten:  de schoonmaak van de lokalen, rommel in de gang en dat de leerlingen vaak geen pen of boeken bij zich hebben. We zijn weer bij gepraat en zeggen elkaar toe er iets aan te doen. Wat blijft in het midden. Samen de leerlingen opvoeden hoort er nu eenmaal ook bij en we hebben de intentie. Het eerste onderwerp is: Wat doen we in de week van het pesten. Iedereen heeft het voorstel van de leerlingebegeleiding gehad en weet dus wat de bedoeling is. Het is een goed voorstel vind ik en duidelijk ook. Eerst een kringgesprek waarin de leerlingen zich voorstellen, een video over pesten,  dan in groepjes nadenken over afspraken die in de klas gaan gelden met als eind resultaat een anti pest protocol. Bij dit onderwerp roeren de mentoren zich van harte. Vragen die blijk geven van weinig of geen voorstudie worden gesteld naast opmerkingen die doen denken aan : ‘hier heb ik geen zin in’. “Krijgt elke groep dan een anti pest protocol?” “Moet ik dit ook doen met mijn klas”. Gelukkig , niet de opmerking: ”Dit is in mijn klas niet nodig want daarin wordt niet gepest.” Als alles duidelijk is, en iedereen zijn rol weet  gaan we verder met het volgende onderwerp: het plannen van de lessen over sociaal maatschappelijke onderwerpen. Niet alles kan tijdens de mentor les en daarom verdelen we ze over de andere vakken. Verkeerslessen, vuurwerklessen, voorlichting alcohol en drugs, voorlichting over vloeken, eetstoornissen en gezonde voeding. Ongeboren kinderen, depressiviteit, loverboys, sociale media, kindermishandeling, asielzoekers en discriminatie. Homo lesbisch en transgender, natuurbehoud, zinloos geweld, verleiding in de reclame, milieu met daarbij het opruimen van zwerfafval in de buurt. Ook de acties rond kika, spierziekte en  ontwikkelingswerk in Afrika krijgen een plaats. Tijdens het uitwisselen van argumenten waarom een les niet tijdens aardrijkskunde kan worden gegeven en beter past bij Engels denk ik terug aan mijn school tijd op de mulo. Examen in twaalf vakken in plaats van zes maar dan ook alleen maar les in die twaalf vakken. De rest kon je leren op de straat en soms zelfs uit ervaring. Niets wist ik van spierziektes of de nood in ontwikkelingslanden tot dat iemand in de familie ziek werd en even later  Biafra in het nieuws kwam. De vergadering gaat verder, verder met vandaag: op welk moment kan de steunles dyslexie, dyscalculie of sociale vaardigheid gegeven worden? Nee niet op vrijdagmiddag, dan is de aandacht voor het leren er niet meer. De lerares Engels noemt daarvan het ene voorbeeld na het andere. Niet op dinsdag want dan missen ze wiskunde. De reactie op die opmerking is voorspelbaar. Iedere docent is overtuigd van de noodzaak van zijn vak en er zijn al zo weinig lessen. Muziek is noodzakelijk brengt  de docent naar voren. In mijn gedachten zie ik de slogan met een t op de gevel staan. Economie, daar draait het toch om in het leven? : hoor ik. Mijn les is op maandag en die valt al zo vaak uit vanwege tweede feestdagen en vergaderingen.  Moet het dan na schooltijd? Ook daarom heen  rijzen bezwaren, kinderen die met openbaar vervoer komen en gaan of ze zullen het zien als schoolblijven. Als we er niet uit komen heb ik twee mogelijkheden: alles wat er is gezegd meenemen en met een voorstel terug komen op een volgende vergadering  of direct beslissen op grond van eerlijk zullen we alles delen, de lusten en de lasten. Het eerste lijkt me het best en ik vertel de vergadering dat ik met een voorstel terug kom, zo spoedig mogelijk. Achterin kijkt Jaap op van zijn schetsblok en zegt: Neem je dan ook even de excursies, de gastlessen, de vieringen en de projecten mee?

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *