Beveiliging

Het is rustig op de afdeling. Na een rondje over de gangen ga ik achter mijn bureau zitten. Al mijmerend draai ik naar het raam en kijk naar buiten en ben tevreden. Buiten op het plein staan hier en daar groepjes leerlingen te praten, de bruggers hebben de tas op de rug met de handen onder de schouderbanden en de ouderejaars hebben de tas nonchalant over de schouder. De bruggers eten een boterham en de ouderejaars hun pak gevulde koeken met 35% korting van de C1000. Verschil moet er zijn en zal er ook wel blijven. Met mijn voeten op de verwarming staar ik naar buiten en denk even niet aan de stukken voor de directievergadering. Mijn gedachten gaan naar jaren geleden. Een periode waarin we alle zeilen bij moesten zetten om een golf van geweld op de afdeling tegen te houden. Een periode waarin ik mijn lengte en gewicht in de strijd gooide maar natuurlijk wel figuurlijk. We spraken af dat er veel zou worden gesurveilleerd omdat we weten dat in vrije momenten de kans op een escalatie het grootst is. Zichtbaar aanwezig zijn is dan het motto. Op een van die wandelingen door de gangen werd ik aangesproken door een jongen die met grote ogen zei:”Die jongen daar heeft een mes bij zich.” Direct sprak ik hem aan. Hij glimlachte op de vraag of hij een mes bij zich heeft en antwoordde met een urks accent: “Ja, voor mijn appeltje.” Toch wil ik het graag zien. Hij doet zijn tas open en na wat gerommel haalde hij er een fileermes uit van ongeveer veertig centimeter. Flijmscherp. “Voor je appeltje? Wat voor appels eet jij dan.”Zonder er verder nog een woord aan vuil te maken nam ik het mes in beslag en vertelde hem dat zijn vader het weer mocht ophalen.

Ogen en oren wijd open, duidelijk zijn over wat mag en wat niet. In die zelfde week nam een collega een vlindermes in beslag en bracht het bij mij. Op dat moment was Jan uit de derde klas ook op mijn kamer en vond het helemaal te gek, een echt vlindermes. Vrij nonchalant ging ik het gesprek met hem er over aan. “Ben je bekend met dat soort messen?”“O ja hoor.” Hij griste het mes van mijn bureau en liet met één hand zien hoe snel je het mes kunt ontvouwen en hoe snel je het weer opvouwde. Het leek een circusvoorstelling. In een flitsend snelle beweging lag het mes weer op mijn bureau. Ik was verbaasd maar liet het niet merken. Rustig vertelde ik dat het mes verboden was maar daarmee vertelde ik volgens hem niks nieuws. Hij grijnsde en vertelde een verhaal waarin hij de hoofdrol had en dat ten kostte van een paar straatjongens. Soms was het nodig vond hij om even van je af te bijten desnoods met een mes. Achteloos pakte ik het mes en vouwde het open. Ik zette het op de grond onder een hoek van zestig graden schuin tegen de wand. Zo hard mogelijk stampte ik het in een hoek van negentig graden en gooide het in de prullemand. Jan keek er glimlachend naar en zei:”Jammer.” Een verhaal over het omgaan met messen en dat je door het mes wordt geraakt als je met een mes een strijd wilt beslechten vond ik zinloos en daarom liet ik het bij een glimlach en de opmerking :”Je weet hoe ik er over denk.”

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *