Van mijn dochter : Naar opa en oma

Daar zit ik dan, als klein meisje van 7, bij mijn ouders achter in de auto. Opgewonden zit ik naar buiten te kijken, want we gaan naar opa en oma. De rit naar Assen duurt wel lang, maar gelukkig kreeg ik van mama net een lekker snoepje en is er veel te zien buiten. Naast mij zit Wim. Met hem valt niet zoveel te beleven, want hij is alweer verdiept in zijn boek. Ik vind dat niet zo erg; dat geeft mij even lekker de tijd om te dagdromen en te luisteren naar de muziek van papa. Na een poosje zie ik de toren die achter opa en oma’s huis staat. Gelukkig, we zijn er bijna. Papa vertelde de vorige keer dat we naar opa en oma gingen dat het een watertoren is, maar daar snap ik niet veel van. Waarom zou je water in een toren doen? Water zit toch in een kraan? Dat lijkt me veel handiger. En er is genoeg water in de buurt bij opa en oma, want daar rijden we altijd langs.

Opeens staat de auto stil. We zijn er toch nog sneller dan gedacht. Als ik uitstap kijk ik naar het grote huis van opa en oma. Ik vind het altijd een heel mooi huis met allemaal mooie bloemen ervoor en de grote vlaggenstok in de voortuin. Met grote stappen ga ik de trap op die naar de voordeur leidt. Die deur is heel mooi, met een raampje erin dat open kan. Dat vind ik altijd heel grappig. “Papa, mag ik aanbellen,” vraag ik. De bel is een beetje gek. Je moet er namelijk aan trekken, maar dat maakt hem wel extra leuk.

Opa doet open en ik geef hem een dikke knuffel. Daarna ren ik naar de voorkamer en geef oma een knuffel. Ik plof op de grote bank neer en kijk eens even goed rond in dit mooie huis. Ik hoop stiekem dat Wim en ik straks nog op ontdekkingstocht mogen, want er is zoveel te zien in dit huis. Maar eerst krijgen we natuurlijk wat te drinken met wat lekkers. Stiekem gluur ik naar het grote houten ding aan de muur. Het is een juk van vroeger, weet ik van papa. Ik vraag me af waarvoor het gebruikt werd, maar daar kom ik vast nog wel een keer achter. Ondertussen loopt Wim naar de vensterbank, pakt het vogelfluitje en gaat daar op fluiten. Het maakt echt een geluid alsof er een vogel fluit. Op de achtergrond hoor ik de grote klok van opa en oma tikken.

Na het drinken mogen Wim en ik gaan spelen. Dan kan ik ook beginnen aan mijn ontdekkingstocht. Eerst ga ik naar de balkondeuren en gluur de tuin in. Ik vind het zo gek dat, als je gewoon beneden bent, je met een trap naar beneden moet om in de tuin te kunnen komen. Terwijl ik naar buiten kijk zie ik in de grote bomen allemaal vogeltjes zitten. Daarna ga ik naar de keuken. De keuken vind ik altijd zo gezellig knus. Het is ook heel leuk dat de keuken een apart kamertje is van de rest. Als ik in de keuken ben kijk ik altijd even naar de koffiemolen die daar hangt. Wat ziet dat er toch leuk uit, die hebben wij thuis niet. Er hangt altijd een heel leuk schort aan een haakje, met allemaal beren erop en namen. Daarna loop ik door naar de gang. Eigenlijk moet ik wel even naar de wc. Dat is de deur helemaal in de hoek, weet ik nog. Die andere deuren gaan naar de kelder en naar een berghok met allemaal wekflessen en zo.

Als ik van de wc kom mag ik met opa naar beneden naar de kelder. Ik vind het wel een beetje spannend, want het is hier altijd wel heel donker. Maar gelukkig is opa bij mij. Opa rommelt wat rond terwijl ik me weer opnieuw verbaas over alle kamertjes die hier beneden zijn. Ik hoop elke keer maar dat ik niet verdwaal, want het lijkt soms wel op een doolhof. Hier beneden staan allemaal plantjes. Dat vind ik wel een beetje gek, want plantjes zet je toch in de kamer of in de tuin? Hier kun je er helemaal niet naar kijken! Na een tijdje komt ook Wim naar beneden en we gaan samen spelen in de tuin. Als we uitgespeeld zijn ga ik toch maar via de buiten trap naar boven, want stiekem vind ik het een beetje eng om alleen door de kelder te lopen.

Jammer genoeg kom ik tijdens dit bezoek niet meer aan de bovenverdieping toe, want daar is nog veel meer te beleven. Het leukste van de bovenverdieping vind ik dat er een gek hokje in de slaapkamer van oom Reinder zit en dat er aan de voorkant, om de hoek, nog een verstopte slaapkamer zit. Verder staan er allemaal leuke spulletjes boven, waar je lekker lang naar kunt kijken. Maar dat komt de volgende keer vast wel. Nadat ik opa en oma een dikke kus heb gegeven kruip ik weer op de achterbank van de auto en zwaai hard naar opa en oma. Tot de volgende keer!
Marlies

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

One thought on “Van mijn dochter : Naar opa en oma

  • december 3, 2016 at 12:26 pm
    Permalink

    Ha.. Dit moet het mooie ouwe huis zijn geweest an het kanaal.
    Ik was dan vriend met Reinder en Sarien die in mijn klas zat ..
    Voor mij was dat het mooiste verdwaal huis met allerlij geheimen.
    Spoortreinen en bouwpakketten bij de oudere broers.. oooh.. zo mooi allemaal

    Als ik er naast zit Piet email me dan maar even..

    Rick Doorn (toen Dickie 🙂 nu in Australie.

    Reply

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *