Aan de hand…

Tegen een uur of zes kom ik thuis. Nu de kinderen uit huis zijn ga ik eigenlijk altijd even aan de eetkamertafel zitten om vandaar met mijn vrouw, die dan in de keuken aan het werk is, de dag door te nemen. Op deze oudejaarsavond, morgen word ik een en zestig, zie ik op de piano een paar ansichtkaarten staan. “Er is ook een van je zus. Een leuke, kijk maar eens”. Ik pak de kaarten van de piano en bekijk ze. Verjaardagswensen vergezeld van foto’s met ludieke voorstellingen of bossen bloemen.  Zij  heeft een oude foto in de kaart geplakt met als onderschrift: “Gered!”  Ik wist dat het ouderlijk huis leeg moest, ik wist dat er veel zou worden weggegooid. Gelukkig is deze foto piet mam aangepastgered. Ik zie mezelf staan, een jongentje van een jaar of vijf. Een straatfotograaf heeft zijn kans waargenomen en mijn moeder aangesproken of ze niet op de foto wil. Daar sta ik dan, samen met mijn zus en mijn moeder op het voetpad langs de Hoofdstraat. De Hoofdstraat van het dorp waar ik geboren ben. Een dorp waar streekverbetering centraal stond. Mijn vader had daar een hoofdrol in.  Van hem heb ik nog een foto, waar hij opstaat met koningin Juliana, van mijn moeder ken ik  alleen foto’s waar ze opstaat  met haar kinderen. De rollen waren duidelijk in de jaren vijftig.

Als ik de foto zie denk ik weer terug aan die Hoofdstraat. In mijn herinnering de breedste en de drukste weg die er was. Er kwam zelfs regelmatig een bus door. Toen ik zes was ontdekte ik dat die bus je naar school bracht twaalf kilometer verderop. Verder kwam de melkboer met zijn paard en wagen, de auto van de dokter of de notaris, de politieagent op zijn zwarte fiets op gezette tijden langs. Druk kan het niet zijn geweest in de vijftiger jaren, in mijn herinneringen was het dat wel.

De Hoofdstraat fascineerde mij. Al op drie jarige leeftijd heb ik hem verkend. Met mijn step aan de hand ben ik de straat uitgelopen terwijl mijn vader van zijn zondagsrust genoot op de bank. Aan het eind van de straat stonden drie herenhuizen genoemd naar drie prinsesjes, Beatrix, Irene en Margriet. In een van die huizen woonde een oude dame die mij zag aankomen en de moeite nam om naar mijn huis te bellen. Zo ging dat in ons dorp. Je werd herkend en de oude dame belde met de vraag:”Ben je d’r ook een kwijt?”

De Hoofdstraat was ook de plek waar ik betrokken raakte bij een verkeersongeluk.  Bij mijn moeder achterop de fiets, voeten in de fietstas, kwam mijn knie hard tegen een opengegooide deur van een auto aan. Mijn moeder viel en maakte zich meer zorgen om mij dan om haarzelf. Met de fiets aan de hand en ik huilend achterop gingen we naar huis. Ik zie mezelf nog zitten, thuis op de bank met een natte doek om mijn knie. Of het in de dorpskrant heeft gestaan weet ik niet maar het zou best kunnen. Zo erg was het wel in mijn ogen.

Vaak werd de Hoofdstraat opengebroken, streekverbetering maakte dat nodig. Overdag speelde ik in de grote zandhopen en at ik met de wegwerkers. Van mijn moeder kreeg ik ook een trommeltje met daarin dik gesneden witte boterhammen  met boter en bruine suiker.  ‘s Avonds hing er dan zo’n vierkante  rode walmende lantaarn aan het schrikhek. Een dot in olie gedrenkt  poetskatoen zorgde voor stank, roet en licht in de lantaarn.

De Hoofdstraat kende ook winkels. Twee van hen waren voor mij van belang. Dat waren de winkel waar huishoudartikelen en speelgoed verkocht werd en de winkel met de snoeptafel. In de week voor Sinterklaas mocht ik een paar keer aan de hand van mijn moeder naar die winkels. Daar stond ik dan, met mijn neus tegen het glas en maar kijken naar de elektrische trein die rondjes draaide en de snoeptafel bij de bakker met het marsepeinen varken. De volgende dag was het varken weer wat kleiner omdat een dorpsgenoot  een onsje marsepein had gekocht.

Nog niet zo lang geleden ben ik nog eens terug geweest in mijn dorp. Het huis waar ik geboren ben was weg. Het voetpad was betegeld, de Hoofdstraat was klein, smal en verkeersluw gemaakt. Ik parkeerde mijn auto aan de kant van de weg en deed voorzichtig het portier open. Aan de hand van mijn vrouw liep ik over het voetpad langs de Hoofdstraat en vond de streek niet verbeterd.

Pieter

Na een groot aantal jaren in het onderwijs ben ik met pensioen gegaan. Van mijn vierde tot mijn vijfentwintigste levensjaar deed ik ervaring op als leerling, hierna tot mijn drieenzestigste als leerkracht en adjunct directeur vmbo. Uit de laatste zeventien jaar heb ik wat ervaringen opgeschreven. Zaken die me bezig hielden en me soms slapeloze nachten bezorgden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *